CE-markering en de Wet- en regelgeving

In de Europese Unie, of eerder de Europese Gemeenschap, wordt dagelijks gewerkt aan wetgeving om de regelgeving in de landen van Europa steeds meer op elkaar af te stemmen. De regelgeving rond de veiligheid en gezondheid van werknemers speelt hierbij een voorname rol en de richtlijnen (= wetgeving) voor de CE-markering zijn hier een onderdeel van. Maar wel een onderdeel met verstrekkende gevolgen, met name voor machinebouwers en bedrijven die deze machines (gaan) gebruiken.

Tot aan pakweg 1990 had ieder land in Europa z’n eigen veiligheids- en gezondheidsregels, die ook golden voor machines en andere producten. Dat maakte het exporteren daarvan tot een ingewikkelde bezigheid, omdat je voor elk land weer een studie moest maken van de eisen waaraan een machine moest voldoen.

Sinds ongeveer 1990 is er Europese wetgeving van kracht die in elk land van de Europese Unie, ook in Nederland, dezelfde eisen stelt aan de veiligheid van machines. Sindsdien is er ook voor veel andere zaken dergelijke wetgeving gekomen.

De Europese wetgeving rondom de veiligheid van machines is opgenomen in een aantal richtlijnen. De belangrijkste zijn de Machinerichtlijn, de EMC-richtlijn, de richtlijn voor drukapparatuur en de ATEX-richtlijn. Al die richtlijnen maken in Nederland onderdeel uit van de Warenwet en ze zijn daarmee dus niet vrijblijvend, maar hebben kracht van Wet.
De Machinerichtlijn is sinds 1989 al een aantal malen herzien en op dit moment is de richtlijn 2006/42/EG van kracht. Een nieuwe herziening is in voorbereiding en wordt in 2021 verwacht.

Een machine mag in Europa, ook in Nederland, zelfs als die machine in Nederland gebouwd is, zelfs als u uw machine voor uzelf bouwt, alleen verkocht en/of in bedrijf genomen worden als die voldoet aan de actuele Machinerichtlijn en eventueel nog andere richtlijnen. Een machine die aan deze richtlijnen voldoet moet een CE-markering krijgen. Dat teken geeft aan dat de machine aan de betreffende richtlijnen voldoet en overal in de EU verkocht en in bedrijf genomen mag worden, zonder verdere belemmeringen op het gebied van machineveiligheid. De CE-markering is voor alle machines een verplichting sinds 1995.

Behalve voor machines geldt de verplichting tot CE-markering voor nog een groot aantal andere zaken, soms in combinatie met elkaar, zoals elektrotechnische apparatuur, medische hulpmiddelen, drukapparatuur, meetinstrumenten, apparatuur die in explosiegevaarlijke omgevingen gebruikt wordt, persoonlijke beschermingsmiddelen en zelfs bouwproducten en pleziervaartuigen. Een aantal richtlijnen en toelichtingen vind u op de pagina Downloads.

CE-markering draait om Veiligheid en gezondheid

Bij CE-markering draait het allemaal om Veiligheid en Gezondheid.
De wetgever stelt degene die de CE-markering aanbrengt verantwoordelijk voor de veiligheid van en gezond werken met de machine, de installatie of het apparaat en legt daar ook de bewijslast neer. Het is dus zaak om in een zo vroeg mogelijk stadium al rekening te houden met maatregelen voor een veilig gebruik van een machine. Dit geldt zowel voor de bouwer als voor de (toekomstige) gebruiker, maar ook voor de importeur die van buiten de EU importeert. De bouwer moet al bij het ontwerp rekening houden met een veilig gebruik van de machine en moet daarom een risicobeoordeling opstellen en op basis hiervan maatregelen nemen.

CE-traject tijdig starten

De praktijk wijst uit dat er met betrekking tot de CE-markering ontzettend veel mis gaat. Vaak worden er de nodige fouten gemaakt, die dan achteraf weer opgelost moeten worden. Dat gebeurt niet alleen bij machinebouwers, maar ook bij importeurs en zelfs eindgebruikers.

Bij veel (vooral Europese) machinebouwers is veiligheid vaak wel een aspect waar rekening mee gehouden wordt, maar meestal gebeurt dan niet structureel via de weg van risicobeoordeling. Het komt regelmatig voor dat het CE-markeringstraject pas aan de orde komt als de machine of de productielijn opgeleverd moet worden of soms zelfs pas als deze in gebruik zal worden genomen. Het is dan echter vele malen lastiger, soms zelfs bijna onmogelijk, om het CE-traject goed af te ronden. Eigenlijk zou CE-markering al vanaf het offerte-stadium onderdeel van het project moeten zijn.

Technisch Constructie Dossier

De wetgever eist dat van elke machine een Technisch Constructie Dossier (TCD) wordt samengesteld. In dit dossier moeten alle voor de veiligheid van de machine relevante documenten en documentatie worden opgeslagen. Dit documenten variëren van tekeningen, sterkteberekeningen, elektrische schema’s, PL-berekeningen en componentselecties, testresultaten, gebruikers- en onderhoudshandleiding, enz. In bijlage 7 van de Machinerichtlijn staat een opsomming van wat er zoal in het TCD moet worden opgenomen.

Ook de al genoemde risicobeoordeling is een belangrijk onderdeel van het TCD.

Mocht er met de machine een ongeval gebeuren, dan zal de Inspectie SZW (de vroegere Arbeidsinspectie) wellicht het TCD opvragen. Dit TCD kan daarmee later het bewijs leveren dat er alles aan gedaan is om een veilige machine te bouwen.

EG-Verklaring van Overeenstemming

Als de machine gebouwd is volgens de actuele Machinerichtlijn en eventuele andere richtlijnen, en als daarbij ook nog de nodige relevante normen zijn toegepast, dan stelt de fabrikant van die machine een zogenaamde EG-Verklaring van Overeenstemming op. Voor een machine die zelfstandig kan werken is dat een ‘Bijlage II-1A’ Verklaring.

In die Verklaring geeft de fabrikant aan dat hij officieel verklaart dat de betreffende machine aan de genoemde richtlijnen voldoet en hij vermeldt daarop ook de normen die gebruikt zijn. Vervolgens ondertekent de fabrikant deze Verklaring met naam, functie en handtekening. Daarmee is dit een juridisch document, waarvan kopieën worden meegeleverd met de machine. Het document wordt ook onderdeel van het Technisch Constructie Dossier.

Tot slot kan de CE-markering daadwerkelijk op de machine worden aangebracht.